U wilt thuis blijven wonen, maar u heeft hier hulp bij nodig. De gemeente bekijkt samen met u welke oplossingen er zijn, zoals hulp vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Wat moet u weten
- Er zijn veel oplossingen die u zelf, zonder toestemming van de gemeente, kunt regelen. Op de webpagina langer zelfstandig thuiswonen leest u daar meer over
- Als deze hulp niet voldoende is, kunt u misschien hulp krijgen vanuit de Wmo. Welke hulp u krijgt, verschilt per situatie. De Wmo-consulent bespreekt samen met u welke hulp het beste bij uw situatie past. Voorbeelden van hulp uit de Wmo zijn:
o Hulp bij u thuis, bijvoorbeeld hulp bij huishoudelijke taken of ondersteuning bij het plannen en structureren van uw dag
o Activiteiten op de dagbesteding
o Hulpmiddelen, zoals een traplift, Wmo-taxi een scootmobiel of een rolstoel
o (Tijdelijk) wonen in een beschermde woonomgeving met hulp - U mag iemand meenemen naar het gesprek met de Wmo-consulent, zoals een familielid of buur. U kunt ook gratis professionele hulp vragen bij het gesprek. Dit heet cliëntondersteuning
Wat moet u doen
U neemt contact op met een Wmo-consulent voor een afspraak.
Wat het kost
- Als u hulp krijgt vanuit de Wmo, moet u meestal zelf meebetalen. Dit heet een eigen bijdrage. Het CAK berekent uw eigen bijdrage
- Het maakt niet uit wat uw inkomen is, hoeveel hulp u krijgt, wat de hulp kost of hoeveel mensen in het huishouden Wmo krijgen
- De eigen bijdrage is een vast bedrag van maximaal € 20,60 per maand per huishouden
- De eigen bijdrage voor beschermd wonen hangt van het inkomen en vermogen af
- Als u ook zorg krijgt uit de Wet langdurige zorg (Wlz), dan hoeft u geen eigen bijdrage voor de Wmo te betalen