Frederique Durlacher (BVNL): Oud brood in nieuwe verpakking

Gooisch is als oud brood in nieuwe verpakking, maar in het Gooi kun je alles laten verbouwen

Daar sta ik dan voor de spiegel, met slappe tetten, wallen groots onder mijn ogen (waar je kamertjes op kunt verhuren). Mijn billen zaten voorheen ook wat hoger en met een ‘fluppig’ buikje kijk ik mijzelf aan. Ik voel me authentiek. Wijn drinken, bootje varen, kinderen baren en roken, dáár is het Gooi goed in, maar beleid voeren gaat niet zo lekker als het gaat via de achterkamertjes. De symboolpolitiek, waar ik maar niet aan kan wennen sinds ik in de Hilversumse gemeenteraad zit. Ik sjor weer een corrigerende panty aan, met mantelpakje, en stap op de fiets naar het Raadhuis, voor het volgende toneelstukje.

Enkele dagen lang werd de Hilversumse BVNL-fractie in de media genoemd. Ik had kritiek gehad op het vergaderbeleid. Waar de wereld in brand staat, wegens passend wonen, corona, asielbeleid en de hele klimaathysterie, stond ineens de borrel en onze motie over extra daklozenopvang ter discussie. Ruzie met de burgemeester volgde. Nu hebben wij dat uitgesproken, maar ik blijf een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger, met de dorpsbelangen voorop gesteld én als politica van het jaar. Dat we een stadskarakter hebben gekregen neem ik maar op de koop toe. Destijds is ons treinstation gesloopt. Van aanzicht Rijksmuseum naar blokkendoos, hoe verzin je het? Hiermee was de stap gezet om Hilversum te verloederen. Dat er dan nog een wethouder gesmolten Barbapapa’s rondom de stationswegen bedenkt, de omstreden ringweg, plus de ridicule bomenkap, is toch verschrikkelijk. Moest ik nog over ons vliegveld beginnen of begrijpen wij gewoon dat hier nooit gebouwd gaat worden?

Als er écht iets beslist moet worden is er geen sprake meer van oppositie of coalitie, maar rammelen de appgroepen, zelfs op zondag. Later hoor je dan: “BVNL was er niet bij, of BVNL heeft niet meegetekend.” Nee, onze fractie voert enkel open en transparante politiek, dat geheime kastje gaan we ook zorgvuldig uit de weg.

Dat wij als BVNL met een zetel mogen deelnemen in de gemeenteraad is een verademing voor onze gemeente. Wij zetten de Hilversummer echt op de eerste plaats. Als het gaat om wonen, werken of recreëren. Wij hoeven geen ’fifteen minutes city’, vol camera’s, gevuld met ‘smart-privacy-doei-gedachten.’ Wij gaan voor keuzevrijheid, waar en hoe je wilt gaan of staan. Ook verduurzamen mag nooit ‘dwang en drang’ worden en laat ik me over de spreidingswet maar even niet uitlaten, dan schrijf ik de gehele krant vol. ‘Hilversummers eerst’, laten we het daar voor nu op houden.

Ik ben er trots op dat ik de belangen van Hilversum mag vertegenwoordigen en ook ik kijk dus geregeld in de spiegel: “Dat heeft er wel eens beter uitgezien, maar aan mijn lijf geen polonaise.” Aan onze gemeente valt ook genoeg te verbeteren, want het hangt er wat slapjes bij en kan wel wat nieuwe verpakking gebruiken. Maar als dat gaat ten koste van gemeenschapsgeld, dat wij zouden moeten koesteren, dan liever niet. Gemeenschapsgeld is namelijk van de Hilversummer!