“Schotse hooglanders zijn bij uitstek geschikt om het hele jaar buiten te lopen. De schrale voeding op de hei zijn ze gewend. Ze kunnen goed vervetten in de zomer en in de winter een derde van hun gewicht verliezen zónder dat het gezondheidsproblemen oplevert”, vertelt Johan Griffioen.
Johan is al 22 jaar begrazingsbeheerder bij het Goois Natuurreservaat. Samen met de regiobeheerder bepaalt hij de mate van vergrassing en verbossing en stemt daar een begrazingsplan op af. De grazers houden de natuur dus eigenlijk “schoon” doordat ze bepaalde grassen en planten eten. Johan bepaalt waar welke dieren grazen en hoeveel dat er moeten zijn: “Dat kunnen koeien en schapen zijn of een combinatie van allebei.”
34 volwassen dieren
“Toen het Goois Natuurreservaat (GNR) in 1932 werd opgericht, waren er tussen de 20 en 25 terreinmedewerkers. Zij onderhielden de natuurgebieden in het Gooi veelal met de hand door ongewenste begroeiing af te plaggen, weg te branden of weg te zagen. Door bezuinigingen verdwenen veel medewerkers van het GNR en ontstond er veel vergrassing en verbossing op de heidevelden. Daarom is begin jaren tachtig bedacht om begrazing te introduceren. Eerst werden Charolais-koeien naar het Gooi gehaald. Rond 1987 besloot het GNR om ook Schotse hooglanders los te laten in onze omgeving. Deze kwamen uit Schotland en Denemarken en werden in eerst instantie geïntroduceerd op de Blaricummerheide. Geleidelijk zijn er meer Schotse hooglanders hierheen gehaald en zijn de dieren ook op meer plekken losgelaten. Er lopen nu ongeveer 34 volwassen hooglanders rond.”
Kop schudden is waarschuwing
“Over het algemeen zijn het rustige dieren die goed in gebieden kunnen leven waar mensen komen. Als je ze negeert wanneer je langsfietst of loopt is er niks aan de hand. Maar er zijn mensen die op het fietspad stoppen om te kijken of te fotograferen. Dat vinden de dieren heel intimiderend. Ze hebben een gordijntje voor hun ogen, maar ze hebben je wel in het vizier. Als ze met hun kop schudden, hun flanken likken of hun kop naar beneden doen, dan zit je in hun privacy-zone. Dat is een waarschuwing dat je ze met rust moet laten. Het beste is om minstens 25 meter afstand te bewaren. Als je blijft bewegen zien de dieren je als onderdeel van het terrein en accepteren ze je.”
Droogte geen probleem
“We voeren de dieren in principe niet bij. Alleen soms met winters weer of wanneer er kalfjes zijn. Als we bijvoeren doen we dat verspreid over het terrein, zodat de koeien hun natuurlijke gedrag behouden. We willen niet dat ze afhankelijk worden van mensen. Dat is ook één van de redenen dat je de dieren niet mag voeren. Daarnaast hebben ze ook vaste drinkplekken. Maar door de droogte zijn de natuurlijke plekken drooggevallen. Daarom hebben we op elk terrein waterbakken geplaatst die zijn aangesloten op het waterleidingnet. Doordat ze verspreid zijn, helpen we het rondtrekgedrag van de dieren. Ze blijven niet in één hoek hangen. We kijken wel met de provincie hoe we op de natuurlijke drinkplaatsen méér water kunnen vasthouden. Door klimaatverandering moeten we daar in de toekomst meer sturing aan geven.”
Beeld: Goois Natuurreservaat