Al in 1860 had Hilversum een gasfabriek. Deze was in particuliere handen. Eigenaar was C.M.A. Hafkenscheid. Hij kreeg van de gemeente een concessie (vergunning) voor 25 jaar. Voor het exploiteren van de gasfabriek kreeg hij een vergoeding van de gemeente. Daartegenover stond dat de gemeente geen onderhoud hoefde te doen. De oprichting van de gasfabriek zorgde ervoor dat de olielampen die tot dan toe het dorp verlichtten, werden vervangen door straatverlichting op gas.
Gemeentelijk gas
In 1885 liep de concessie van Hafkenscheid af, dus moest de gemeente een keuze maken. Zij besloot om een gemeentelijke gasfabriek te bouwen aan de Kleine Drift. Dat stuk grond was toen nog een stuifzandgebied buiten de bebouwde kom. De bouw van de gasfabriek was een grote onderneming en kostte 150.000 gulden. De fabriek werd uitgerust met ovens, loodsen en twee gashouders van 780m3. Gashouders waren ronde opslagplekken voor het gas. Die waren nodig, omdat het verbruik van gas grote pieken en dalen kende, terwijl de productie van gas vrij constant was. In 1893, 1899, 1905 én 1933 kreeg Hilversum nieuwe gashouders met meer opslagcapaciteit. De laatste had een capaciteit van 30.000m3.
Kolen en ‘cokes’
Bij de bouw van de gasfabriek werd ook de spoorlijn doorgetrokken vanaf het station naar de gasfabriek voor de aanvoer van kolen. Kolen waren de belangrijkste grondstof voor het maken van gas. Door de kolen te verwarmen in afgesloten ovens kwam gas vrij. Dat gas werd afgezogen en gezuiverd. Bij dat proces bleven onder andere ontgaste kolen (cokes) over. Deze werden verkocht of gebruikt om de ovens te verwarmen. Andere restproducten zoals ammoniak, koolteer en afgewerkte ijzeraarde werden ook verkocht.
339 straatlantaarns en 2000 gaslampen
Het gas dat in de fabriek gemaakt werd, gebruikte de gemeente voor straatverlichting. Een deel ervan werd verkocht aan particulieren: rijke inwoners en fabrieken, zoals de Hilversumse Stoomspinnerij en Weverij. Op deze manier was de gasfabriek winstgevend voor de gemeente. Aan het eind van 1885 had Hilversum al 339 straatlantaarns op gas en waren er 260 particuliere aansluitingen voor meer dan 2000 gaslampen. Het gas werd aangevoerd door 21 kilometer aan nieuwe leidingen.
Van stadsgas naar aardgas
In 1962 ontdekte men het gasveld in Slochteren, Groningen. Door de ontdekking bij Slochteren was de verwachting dat gas veel goedkoper zou worden. Daarnaast was de Hilversumse gasfabriek inmiddels aan vervanging toe. Als één van de eerste Nederlandse gemeenten besloot Hilversum daarom over te stappen op gas uit Groningen. Vanaf 1963 ging Hilversum geleidelijk, wijk voor wijk, over op aardgas.
Sloop gasfabriek
In 1962 werd de gasfabriek buiten gebruik gesteld en de stokerij gesloopt. De andere delen van de fabriek inclusief de gashouders werden geleidelijk afgebroken. In 1971 stonden op de plek van de gasfabriek alleen nog kantoren en andere voorzieningen. Tegenwoordig staan de woontorens van Villa Industria op de plek waar ooit de gasfabriek stond. De ronde vorm van de flats verwijst naar de oude gashouders.
Energietoeslag aanvragen?
Ga voor meer informatie over de voorwaarden en het aanvragen van de toeslag naar hilversum.nl/energietoeslag.
De heer Heij en collega´s tijdens een pauze bij het schilderen boven op de gashouder van de gasfabriek, met zicht op Jan van der Heijdenstraat en de Minckelersstraat.
Bronnen: Historische Kring Albertus Perk
Fotocredit: C.J. Heij, Gooi en Vecht Historisch