Razzia in Hilversum: ‘Over de oorlog praten, deden we niet’

23 oktober 2023
Op 23 oktober 1944 werden 4.000 Hilversumse mannen afgevoerd naar Duitsland. Onder erbarmelijke omstandigheden deden ze daar dwangarbeid. Een deel van deze mannen overleefde het niet. Velen kwamen getraumatiseerd terug, waaronder de vader van Frank Welgemoed. Om meer aandacht te vragen voor de razzia, deelt Frank zijn verhaal met ons.

Bert Welgemoed (de vader van Frank) was 21 toen hij op 23 oktober 1944 samen met zo’n 4.000 Hilversummers van 17 tot 50 jaar op de trein naar Duitsland werd gezet. De Duitsers verdeelden de groep over verschillende plaatsen in het gebied Münsterland. De groep van Bert Welgemoed kwam terecht in Kirchlengern, vlakbij Bielefeld. Daar moesten de mannen een spoorlijn aanleggen. De omstandigheden waren zwaar: Ze sliepen op planken met een matras van houtwol of stro, vol luizen, maakten lange dagen en kregen weinig te eten. Als ze iets extra’s wilden eten dan moesten ze bietsen bij de lokale bevolking of klusjes voor hen doen. Velen werden ziek of stierven door uitputting. Bert verloor er zijn beste vriend. Zelf overleefde hij deze zware tijd wel. Maar terugkomers droegen het trauma de rest van hun leven met zich mee en ook hun kinderen kregen ermee te maken.

Getekend voor het leven

“Ik vind het belangrijk om hier aandacht aan te blijven besteden, want de razzia gaat niet alleen over mensen die het niet overleefden, maar juist ook over de mensen die wél terug kwamen. Zo’n ervaring tekent je voor de rest van je leven en het heeft ook mijn leven getekend. Als je nu kijkt naar de ellende in de wereld, de oorlogen die gaande zijn en de impact die dat heeft op mensen. Dat bepaalt alles in je leven en ook dat van de volgende generatie.”

Nerveus en ineens boos

“Ik weet niet hoe mijn vader was voor de oorlog. Maar hij was altijd zenuwachtig en een beetje down. Ook kon mijn vader zich nog weleens opwinden. Niet vaak, maar als het gebeurde dan was het explosief en emotioneel. Dan werd altijd gezegd: dat komt door de oorlog. Maar wat het precies was? Dat werd nooit verteld. Het bleef vaag. We spraken nooit over de oorlog. Na de oorlog moest doorgegaan worden. Tegenwoordig zijn we het meer gewend om dingen uit te spreken en om naar de psycholoog te gaan. Zijn verhaal doen, heeft mijn vader pas heel laat gedaan. Hij had het gevoel dat op het moment dat je dat potje opendoet er een oncontroleerbaar verdriet naar buiten komt. Dat uitte zich in nervositeit en ineens boos worden.”

Impact op Frank

“Voor de generatie erna is dat een groot probleem: dat je ouders iets hebben meegemaakt en een groot verdriet hadden, waarvan je niks weet. Het doet juist pijn, omdat het moeilijk te duiden is. Zelf heb ik daardoor altijd een overdreven interesse gehad voor de oorlog en de razzia in het bijzonder. Ik denk dat als ik van mijn ouders meer antwoorden had gekregen, dat ik zelf niet zo intensief naar antwoorden gezocht had.” 

Toch gepraat

“Uiteindelijk heeft mijn vader toch zijn verhaal gedaan. Voor een middelbare schoolproject in Bielefeld zochten ze in 2005 mensen die in de Tweede Wereldoorlog in de omgeving dwangarbeid deden. Door een toevallige samenloop kwamen zij in contact met mijn vader. Voor dat project deed hij zijn verhaal. Dat was een emotionele gebeurtenis, waar veel gehuild werd. Dat ik zijn verhaal daardoor hoorde, heeft voor mij een hoop dingen duidelijk gemaakt. Maar ik was vooral blij dat mijn vader zijn verhaal kon houden. De meeste mensen namen het mee in hun graf.”
Impact op Hilversum
“In verhouding zijn er veel mensen in Hilversum opgepakt, 4.000 op een kleine bevolking. Iedereen die ik spreek die een vader had die afgevoerd is, draagt het met zich mee. Ik denk dat het belangrijk is om te weten dat die dingen gebeurd zijn. Want het kan zo weer gebeuren als je achter de verkeerde mensen aanloopt. De razzia heeft een litteken in de samenleving achtergelaten en daar mag je je van bewust zijn.”