Het succesvolle resultaat van de energietoeslag 2023 is bereikt door meerdere gerichte acties. Een belangrijke maatregel was de automatische uitbetaling aan huishoudens die de toeslag in 2022 al hadden ontvangen. Dit is in lijn met het gemeentelijke beleid om regelingen te vereenvoudigen door automatisch uitkeren van de minimaregelingen. Dit zorgde voor een snelle en efficiënte uitbetaling, zonder dat deze huishoudens opnieuw een aanvraag hoefden in te dienen.
Daarnaast zijn extra inspanningen geleverd om andere huishoudens te bereiken die mogelijk in aanmerking kwamen voor de toeslag. Zo zijn er brieven verstuurd en is er actief informatie verstrekt via de gemeentepagina in de Raadhuis aan Huis en via de sociale media van de gemeente.
Energieklussers
Verder hebben Energieklussers, die inmiddels in anderhalf jaar tijd 2000 huishoudens hebben ondersteund bij het verlagen van hun energierekening, actief gewezen op de energietoeslag. Deze samenwerking met lokale partners, die gericht is op het aanpakken van energiearmoede heeft ervoor gezorgd dat een breed publiek werd bereikt en ondersteund in de aanvraag en ontvangst van de energietoeslag.
Bart Heller, wethouder Werk en Inkomen: “We zien het liefst dat iedereen die er recht op heeft de toeslag ook krijgt, maar we merken bij deze groep een zekere mate van wantrouwen naar instanties. Dat maakt dat niet iedereen aanvraagt waar ze recht op hebben. Door actief te communiceren hebben we het bereik dit jaar vergroot. De Energieklusser die achter de voordeur komt en daarmee bijdraagt aan het terugwinnen van het vertrouwen van de bewoner maakt bij het verhogen van het bereik een groot verschil”.
Budget volledig benut
Het door het Rijk toegekende budget van € 7.186.500 voor de uitvoering en verstrekking van de Energietoeslag 2023 is volledig benut, ondanks dat niet alle huishoudens binnen de doelgroep zijn bereikt. Dit komt doordat het budget dat in 2023 is ontvangen, lager was dan in 2022. Bovendien heeft het college ervoor gekozen om de inkomensgrens voor de energietoeslag te verhogen naar 130% van het wettelijk sociaal minimum, in lijn met de overige minimaregelingen. Dit terwijl het door het Rijk verstrekte budget gebaseerd was op het aantal inwoners met een inkomensgrens van 120% van het wettelijk sociaal minimum.